De brc Verbruik heeft op 21 november 2022 een advies aangenomen over een voorontwerp van wet dat richtlijn (EU) 2020/1828 omzet en daartoe de bestaande nationale regeling over collectieve vorderingen herziet. Tegelijk brengt het voorontwerp wijzigingen aan in aansluiting op de moeilijkheden die werden geïdentificeerd en de oplossingen die werden voorgesteld door zowel de rechtspraak als de rechtsleer met betrekking tot de vordering tot staking en de vordering tot collectief herstel.
In dat advies werd een consensus bereikt over:
- de erkenning dat sommige elementen in het voorontwerp van wet verbeteringen inhouden in vergelijking met de bestaande regeling;
- de ontgoocheling dat geen inzage werd gekregen in de studie waarin de wetgeving over de collectieve vorderingen wordt geëvalueerd door een advocatenkantoor;
- het feit dat het fundamentele vraagstuk van de “duur van de procedure” onvoldoende aan bod komt in het voorontwerp van wet;
- het verzoek om de financieringsbronnen van derden niet te moeten opsommen in het verzoekschrift tot collectief herstel;
- de vraag om de optie die wordt geboden in artikel 20 (3) van richtlijn (EU) 2020/1828 om de bevoegde instanties de mogelijkheid te bieden aan consumenten een bescheiden inschrijvingsvergoeding of soortgelijke vergoeding te vragen, op te nemen in de wet die zal worden goedgekeurd.
Over de andere aspecten van de problematiek die in het advies worden behandeld werden verdeelde of alleenstaande standpunten ingenomen.