Op 27 maart 2023 hebben de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de bijzondere raadgevende commissie Verbruik en de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling een gezamenlijk advies uitgebracht over een ontwerp van koninklijk besluit houdende een exportverbod van bepaalde gevaarlijke stoffen naar landen die geen lid zijn van de Europese Unie.
Verordening (EU) nr. 649/2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen omvat een lijst van gevaarlijke stoffen die binnen de Europese Unie verboden zijn, maar die wel worden geproduceerd en opgeslagen om uit te voeren naar derde landen. België is een van de lidstaten waar dit het geval is.
Het bovengenoemde ontwerp van koninklijk besluit beoogt derhalve de uitvoer van bepaalde gevaarlijke stoffen uit België naar niet-EU-landen te verbieden.
De adviesorganen ondersteunen de noodzaak van een geharmoniseerde regelgeving op Europees niveau. Dit kan rechtszekerheid bieden, de interne markt harmoniseren en zo concurrentievervalsing op Europees niveau tegengaan. Ze zijn het echter niet eens over de vraag of België in deze kwestie al dan niet proactief moet zijn ten opzichte van Europa.
Verder benadrukken de adviesorganen het belang van de uitvoering van een onafhankelijke regelgevingsimpactanalyse op Belgisch niveau. In het ontwerp van koninklijk besluit zijn er verder geen duidelijke criteria voor het al dan niet toevoegen van stoffen aan de lijst van gevaarlijke stoffen. De adviesorganen vragen zich dan ook af of ze ook gevaarlijke stoffen met industriële toepassingen omvat, aangezien het beleid zich voornamelijk richt op gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Ten slotte stellen de adviesorganen vragen bij de manier waarop de consultatie van stakeholders bij de actualisatie van de lijst van gevaarlijke stoffen precies zal verlopen en zijn ze van mening dat het ontwerp van koninklijk besluit in zijn geheel op allerlei vlakken, zoals definities, criteria en inwerkingtreding, nog enkele onduidelijkheden bevat.