In 2023 wordt de bouwsector geconfronteerd met forse turbulenties. Vooral in de woning- en woningbouwsector, die afstevent op een crisis, is de bezorgdheid bijzonder groot. In afwachting van een opleving van de nieuwbouw en van een drastische versnelling van de renovatie van gebouwen, zullen de overheden de nodige maatregelen moeten nemen om een diepe crisis in de woningbouwsector te allen prijze te voorkomen. Het is nu hoog tijd om de investeringen in betaalbare, duurzame en kwaliteitsvolle woningen op te voeren. Paradoxaal genoeg heeft de sector, ondanks de dalende vraag naar woningen, nog steeds moeilijkheden om gekwalificeerde werknemers aan te werven. Als er nu niets wordt gedaan, dreigen deze moeilijkheden een van de grootste obstakels te worden voor investeringsprojecten in de sector op de middellange en lange termijn, waaronder de absoluut noodzakelijke investeringen in betaalbare, duurzame en hoogwaardige woningen.
De kortetermijnvooruitzichten voor de infrastructuur zijn minder zorgwekkend, door de overheidsinvesteringen die in de nabije toekomst gepland zijn (herstelplannen, gemeenteraadsverkiezingen, defensie enz.). Toch blijft de vrees bestaan dat de situatie na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2024 zal verslechteren. Om de verouderde Belgische overheidsinfrastructuur aan te pakken en de uitdagingen van de klimaattransitie aan te gaan, zullen de overheden ervoor moeten zorgen dat de overheidsinvesteringen na de gemeenteraadsverkiezingen en na het einde van de investeringen in het kader van de herstelplannen minstens op het traject van 4% van het bbp blijven.