Op 5 april 2024 heeft de bijzondere raadgevende commissie Verbruik op verzoek van de heren P.-Y. Dermagne en D. Clarinval, resp. vice-eersteminister en minister van Economie en Werk en vice-eersteminister en minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, dringend advies uitgebracht over een voorontwerp van KB tot aanvulling van de lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen.
De bewuste lijsten van oneerlijke marktpraktijken zijn die welke zijn vermeld in artikel VI.109/5, eerste alinea van het WER (zwarte lijst) en in artikel VI.109/6 van het WER (grijze lijst).
Het koninklijk besluit stelt voor om vier nieuwe verboden praktijken aan de zwarte lijst toe te voegen:
- het oneerlijk uit de rekken halen van producten dat niet verantwoord zou zijn noch voorafgaandelijk schriftelijk werd meegedeeld;
- het automatisch aanrekenen door de afnemer van schadevergoedingen en interesten, zonder voorafgaande schriftelijke rechtvaardiging;
- de eenzijdige schuldvergelijking door de afnemer van boetebedingen zonder vergoedend karakter;
- de eenzijdige schuldvergelijking door de afnemer van schadevergoedingen en interesten zonder voorafgaande schriftelijke rechtvaardiging.
Het koninklijk besluit stelt verder voor om twee nieuwe praktijken die behoudens bewijs van het tegendeel als oneerlijk worden beschouwd aan de grijze lijst toe te voegen:
- de aankoop van producten van de leverancier tegen een prijs die lager ligt dan zijn productiekosten;
- de weigering [door een van de partijen/door de afnemer] om het contract opnieuw te onderhandelen in geval van onvoorzienbare omstandigheden die de uitvoering van het contract buitensporig bezwarend maken.
Door het zeer gevoelige onderwerp en de opgelegde urgentieprocedure was het zeer moeilijk om een consensus tijdens het overleg te bereiken. Het advies is dan ook verdeeld.