Op 29 maart 2019 heeft de FOD Mobiliteit en Vervoer de resultaten van de federale diagnostiek woon-werkverkeer 2017 besproken bij de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR).
Sinds 2005 zijn alle Belgische werkgevers met meer dan 100 werknemers wettelijk verplicht om driejaarlijks een diagnostiek over het woon-werkverkeer uit te voeren. Deze diagnostiek streeft twee doelstellingen na: indicatoren en statistieken aanreiken ter ondersteuning van het mobiliteitsbeleid op verschillende niveaus enerzijds, en binnen de ondernemingen en openbare instellingen via sociaal overleg het debat inzake mobiliteit aanmoedigen anderzijds.
De FOD lichtte enkele van de voornaamste tendensen toe die in de editie 2017 werden waargenomen. Zo blijft de wagen de belangrijkste verplaatsingsmodus: 65% van de woon-werkverplaatsingen wordt afgelegd met de auto, zonder passagier. In Wallonië is dat zelfs 83%. In de steden daalt het belang van de wagen echter. 12,8% van de werknemers in de steden stapte over naar een andere transportmodus. In Brussel komt meer dan de helft van de werkenden met het openbaar vervoer naar het werk (34% met de trein, 19,1% met bus, tram of metro).
Daarnaast wint de fiets overal aan populariteit. Het aandeel fietsende werknemers steeg van 9,5% naar 11,1%. Vooral in Vlaanderen nam het fietsgebruik stevig toe (+38%). Met een aandeel van 17% is het er de op één na populairste modus voor het woon-werkverkeer.
De FOD stelde eveneens vast dat steeds meer werkgevers maatregelen nemen om duurzame mobiliteit aan te moedigen. Ook het aantal telewerkers groeit fors: 37% van de werknemers voor wie de diagnostiek werd uitgevoerd heeft de mogelijkheid om vanop afstand te werken, d.i. bijna 40% meer dan in 2014.
Tot slot kunnen grote verschillen in het verplaatsingsgedrag van werknemers worden waargenomen naargelang de eigenschappen van de ondernemingen. Zo speelt de locatie van de werkplek vanzelfsprekend een belangrijke rol, maar ook de bedrijfssector en het beleid van de werkgever hebben een duidelijke impact op de vervoermiddelen die door werknemers worden gebruikt. De bereikbaarheid van de werkplek met het openbaar vervoer is de meest doorslaggevende factor voor de keuze van het vervoermiddel voor het woon-werkverkeer.
De CRB en de NAR hebben een wettelijke adviesbevoegdheid over de federale diagnostiek. Voor elke editie brengen de Raden een advies ter zake uit. Op dit moment bereiden ze hun advies voor met het oog op de editie 2020.