De sociaal-economische raadpleging heeft de ambitie om, via haar doelstellingen en missies, bij te dragen aan de verdieping van het democratisch systeem.
Alle westerse democratieën worden vandaag de dag geconfronteerd met een crisis in de totstandkoming van de vertegenwoordiging en van de legitimiteit van het overheidsbeleid. In de huidige democratieën worden de beleidsbepalers steeds minder verkozen voor hun programma's, maar meer en meer voor hun vermogen om de openbare instellingen te beheren. Het verkrijgen van legitimiteit via de stemming maakt het mogelijk om te regeren, maar is niet langer voldoende om een beleid te legitimeren. De beleidsbepalers moeten daarom blijvend overtuigen. Zij moeten gedurende hun hele mandaat de steun krijgen van de burgers door het nut en de noodzaak van hun optreden aan te tonen en een draagvlak te creëren voor hun sociaal-economisch beleid. Niet langer genoegen nemen met hun verkiezing en de uitvoering van een programma, maar overtuigen via het debat en de uitwisseling van argumenten met de samenleving.
Het creëren van dat draagvlak kan ook een antwoord zijn op het groeiende probleem van de vertegenwoordiging, dat duidelijk naar voren komt uit het stijgende percentage van mensen die niet gaan stemmen of blanco of ongeldig stemmen. Dit laatste lijkt erop te wijzen dat een groeiend deel van de bevolking zich niet langer vertegenwoordigd of betrokken voelt bij de openbare besluitvorming. Maatschappelijke betrokkenheid is complexer geworden en bemoeilijkt het representatieproces. Ten slotte heeft de stijging van het onderwijsniveau bij de bevolking geleid tot een grotere behoefte aan begrip en uitleg van het politieke optreden. De burger wil meer bijdragen aan de openbare besluitvorming.
In het licht van deze problemen met de opbouw van de vertegenwoordiging, de legitimiteit van het overheidsbeleid en die nieuwe behoeften aan uitleg komt de sociaal-economische raadpleging als forum voor beraadslaging tussen de representatieve actoren en voor overleg met de politieke vertegenwoordigers naar voren als een nieuwe democratische vector in de samenleving. Daar zijn drie redenen voor.
In de eerste plaats zorgt de missie van sociaal-economische raadpleging ervoor dat de wereld van de arbeid, het bedrijfsleven en het verbruik vertegenwoordigd is op het democratische schaakbord. Het verkiezingsproces geeft de burgers een stem, maar deze stem vertegenwoordigt niet noodzakelijk hun betrokkenheid bij de wereld van arbeid of verbruik, omdat de maatschappelijke betrokkenheid steeds complexer wordt.
Door de invoering van een vertegenwoordiging en van pariteit tussen de werknemers- en de werkgeversvertegenwoordigers bij de opbouw van een sociaal-economische consensus is het mogelijk om in het democratische systeem een stem te geven aan de arbeids- en de bedrijfswereld. Zonder deze mogelijkheid van vertegenwoordiging via de overlegorganen zijn stakingen of uitingen van woede de enige manier voor werknemers om zich collectief uit te drukken. Wat de bedrijfswereld betreft, is dat de sluiting of achteruitgang, met verlies van banen en een verlies aan toegevoegde waarde tot gevolg.
Sociaal-economische raadpleging omvat ook meer beraadslaging in de publieke sfeer. Door de sociale actoren rond eenzelfde tafel te brengen en voor de beleidsbepalers adviezen op te stellen die het resultaat zijn van een consensus, wordt het meerderheidsbeginsel dat geldt in het parlement getemperd door de sociaal-economische raadpleging. Dat beginsel, dat noodzakelijk is voor een doeltreffend overheidsoptreden, vertegenwoordigt in wezen niet alle standpunten in de samenleving. In tegenstelling tot unanimiteit, waarnaar absoluut moet worden gestreefd bij de totstandbrenging van een consensus. De sociaal-economische raadpleging, die wordt geïdealiseerd als "geometrische plaats van convergentie van alle belangen", streeft naar unanieme maatschappelijke steun voor een sociaal-economisch project en tracht er betekenis aan te geven in relatie tot de ervaringen van de sociale actoren, de werknemers, werkgevers en consumenten. Via de sociaal-economische raadpleging hebben de beleidsbepalers de mogelijkheid om binnen en met de samenleving te zorgen voor verbinding. Voor volledige en volwaardige inclusie, om met zijn allen in dezelfde richting te kijken. Via de sociaal-economische raadpleging kan een gemeenschappelijke basis worden gelegd, die zo zorgt voor de stabiliteit van het beleid dat in de loop der tijd wordt gevoerd. Een langzaam proces, maar wel een proces dat alle krachten in de samenleving hierbij betrekt en iedereen het gevoel geeft op gelijke voet vertegenwoordigd te zijn. Dit proces vormt de kern van de opbouw van een algemene wil binnen de arbeidswereld, de bedrijfswereld of de wereld van het verbruik.
Ten slotte vestigt de sociaal-economische raadpleging met haar toezichthoudend werk de aandacht van de beleidsmakers op de sociaal-economische problemen. Om deze missie te volbrengen, beoordeelt de Raad op gedocumenteerde en met argumenten onderbouwde wijze het overheidsbeleid en geeft hij de samenleving de mogelijkheid om zich uit te drukken en te debatteren over de kwaliteit en de doeltreffendheid van dat beleid. Dat toezicht wordt bijgevolg niet alleen overgelaten aan de opiniepeilingen, de bijzondere belangengroepen of de verslaggeving in de media voor gebeurtenissen die twijfel kunnen doen ontstaan over de resultaten van een beleid.