Het sociaal-economisch overleg

De wet houdende oprichting van de Nationale Raad voor de Productiviteit werd op 25 november 2018 aangenomen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Deze wet geeft uitvoering aan een Europese aanbeveling van 2016 betreffende de oprichting van nationale comités voor de productiviteit die ermee worden belast de ontwikkelingen en beleidsmaatregelen op het gebied van productiviteit en concurrentievermogen te analyseren en aldus bij te dragen tot "meer eigenaarschap" en tot de uitvoering van de noodzakelijke hervormingen op nationaal niveau, waardoor duurzame economische groei en convergentie worden gestimuleerd.
 
Met het oog op de tenuitvoerlegging van de Europese aanbeveling heeft de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) in maart 2017 een unaniem advies uitgebracht.

De Nationale Raad voor de Productiviteit is ermee belast diagnosen op te stellen en analysen uit te voeren m.b.t. de ontwikkeling van de productiviteit en het concurrentievermogen in België, analysen te maken van de beleidsuitdagingen op het gebied van productiviteit en concurrentievermogen en de gevolgen van de beleidsopties in de genoemde domeinen te evalueren. Hij vervult tevens de rol van toezichts- en expertisecentrum in het kader van het Europese Semester, meer bepaald door de Europese Commissie bij te staan bij het verzamelen van gegevens en de regeringen bij de redactie van hun Nationaal hervormingsplan.

Aangezien de wet van 26 juli 1996 de CRB aanwijst als de instelling die is belast met de algemene analyse en de jaarlijkse opvolging van de thema’s die verband houden met de productiviteit en het concurrentievermogen, heeft de wetgever het opportuun geacht het voorzitterschap van de Nationale Raad voor de Productiviteit toe te vertrouwen aan een van de twee leden van het secretariaat die op voorstel van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werden aangewezen.

De aanwezigheid van twee leden van het secretariaat van de CRB is onontbeerlijk om de Nationale Raad voor de Productiviteit te kunnen informeren over de ontwikkeling van het toe-eigeningsproces binnen de CRB en om de coherentie van de analysen en van de methoden die worden gebruikt in het nationale debat over de productiviteit en het concurrentievermogen te garanderen en zo interferenties met de werking van de herziene wet van 1996 te vermijden door de naleving van de praktijken en het systeem inzake loonvorming te waarborgen, zoals in de Europese aanbeveling is bepaald.

Het mandaat van de Nationale Raad voor de Productiviteit bepaalt dat over de studies en verslagen kan worden gedebatteerd in de CRB vooraleer ze worden gepubliceerd. Als deze laatste hierover een advies wenst uit te brengen, wordt dat advies op het ogenblik van de publicatie bij de studie of het verslag gevoegd.