Recent werden op Europees niveau een aantal nieuwe verplichtingen in het kader van de bestrijding van witwaspraktijken en fraude in het leven geroepen. Een van de belangrijkste nieuwe verplichtingen is de oprichting van een centraal register van uiteindelijk begunstigden van vennootschappen, vzw’s en andere juridische entiteiten (t.w. Ultimate Beneficial Owner register of kortweg UBO-register). Krachtens deze regelgeving worden niet-genoteerde vennootschappen en andere juridische entiteiten verplicht om informatie over hun uiteindelijk begunstigden mee te delen voor opname in het UBO-register.
Na een toelichting door professor Thomas Incalza (KULeuven) over het UBO-register en de andere verplichtingen van rechtspersonen in het kader van de antiwitwaswetgeving en de fraudebestrijding, besloot de CRB op eigen initiatief een ontwerpadvies op te stellen.
Naast een opmerking met betrekking tot de onderworpen entiteiten van de antiwitwaswet heeft de Raad in dit advies gefocust op een aantal gemeenschappelijke standpunten met betrekking tot het UBO-register, meer bepaald over de verenigbaarheid van het UBO-register met het only-onceprincipe, de uiteindelijke begunstigde van een rechtspersoon, het toepassingsgebied en de toegankelijkheid van het UBO-register.