De CRB heeft zijn advies over het eerste jaarverslag van de Nationale raad voor de productiviteit (NRP) uitgebracht. Het advies zal worden toegevoegd aan het verslag van de NRP en beide documenten zullen worden genotificeerd aan de regering, het parlement en de Europese Commissie.
De Nationale raad voor de productiviteit is het resultaat van een Europees initiatief. Een aanbeveling van de Raad van de Europese Unie (aanbeveling van de Raad van 20 september 2016 tot oprichting van nationale raden voor de productiviteit (2016/C 349/01)) verzoekt de lidstaten van de eurozone een Nationale raad voor de productiviteit op te richten om duurzame economische groei en convergentie te stimuleren. In België werd deze Europese aanbeveling ten uitvoer gelegd door de wet van 25 november 2018 houdende de oprichting van de Nationale raad voor de productiviteit (Staatsblad van 7 december 2018).
De doelstelling van het eerste jaarverslag van de NRP is de stand van de kennis over de productiviteit en het concurrentievermogen te bepalen. Het moet het mogelijk maken meer te weten te komen over de bronnen van de productiviteitsgroei en de oorzaken van de vertraging ervan te identificeren. België liet immers, zoals alle geavanceerde economieën, een algemene vertraging van de productiviteitsgroei optekenen sedert het begin van de jaren 2000. Deze vertraging was evenwel opvallender in België dan in de EU.
Het verslag van de NRP sluit aan bij het standpunt van de CRB waar het opmerkt dat de productiviteitsgroei een noodzakelijke voorwaarde is (1) opdat de werknemers en de investeerders profiteren van de voordelen van de economische groei en (2) om begrotingsmarges te kunnen creëren waarmee de waaier van mogelijke beleidskeuzen kan worden verruimd om zo de grote uitdagingen van onze tijd, zoals de vergrijzing van de bevolking en de klimaatopwarming, te kunnen aangaan.
De CRB verzoekt de NRP om in zijn volgende analysen aandacht te besteden aan de institutionele en politieke hefbomen die de productiviteitswinsten oriënteren naar de logica van een concurrerende economie zoals die in het verslag is gedefinieerd, nl. binnen een logica van sociale inclusie, respect voor het leefmilieu en financiële leefbaarheid. Deze hefbomen hebben meer bepaald betrekking op de governance, de rol van de openbare sector in de werking van de markt, de uitdagingen van de energietransitie en van de mobiliteit, de strategische investeringen, het onderwijs en de voortgezette opleiding, de ondernemersdynamiek, de innovatie en de verspreiding ervan, de rol van sommige diensten in het proces van internationale verdeling van de waardecreatieketen, ...