Als bijdrage aan de toekomstige federale rapporten inzake duurzame ontwikkeling en aan het toekomstig plan voor duurzame ontwikkeling hebben de CRB en de NAR, die zo een pioniersrol vervullen, opvolgingsindicatoren voorgesteld en bepalen ze al een ambitieniveau voor een deel van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (in het Engels Sustainable Development Goals – SDG’s). Op die manier bepalen de Raden precies welke invulling ze willen geven aan het beleid dat in België moet worden gevoerd om de SDG’s van de VN te behalen en leveren ze een basis voor de uitwerking van een nieuw federaal plan voor duurzame ontwikkeling. Door bijkomende opvolgingsindicatoren te bepalen, leggen de Raden de vinger op de problemen waaraan de politiek volgens hen meer aandacht moet besteden.
Volgens de Raden is monitoring van het gevoerde beleid door middel van een volledige indicatorenset en concrete en meetbare streefdoelen van cruciaal belang om de kloof te bepalen tussen de te behalen doelstellingen en de situatie bij onveranderd beleid. Er moet worden nagegaan op welke vlakken België niet de vooruitgang boekt waartoe het zich verbonden heeft, om het gevoerde beleid bij te sturen en de uitvoering van de Agenda 2030 vooruit te helpen.