De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) werd opgericht door de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven.
Sinds de inwerkingtreding van Boek XIII ‘Overleg’ in het Wetboek van economisch recht (WER) op 30 april 2014 is de CRB onderworpen aan de bepalingen van dit boek XIII.
Boek XIII is gewijd aan het overleg tussen de overheid en de economische actoren en aan het gestructureerde overleg tussen deze actoren onderling. Het neemt voor een groot deel de bepalingen van de wet van 20 september 1948 over.
Naast bepalingen over de CRB ‘sensu stricto’ zet boek XIII eveneens de structuur van de CRB als gemeenschappelijke koepel meer in de verf, een idee dat al bij de wetgever in 1948 aanwezig was.
Aldus kunnen bijzondere raadgevende commissies (brc’s) in de schoot van de CRB worden opgericht voor bepaalde vertakkingen van de economische bedrijvigheid, hetzij door de CRB, hetzij door de Koning.
Deze brc’s oefenen hun bevoegdheden met de ruimste zelfstandigheid uit, binnen de grenzen van wat in boek XIII is opgenomen. De brc’s hebben hun eigen organisatiestructuur en worden bijgevolg afzonderlijk voorgesteld op deze website.
Organisatieschema van de CRB
Opdrachten
De wettelijke opdracht van de CRB bestaat in “het uitbrengen aan de Wetgevende Kamers, aan de Ministerraad, aan een of meerdere ministers of aan enige andere federale overheidsinstantie, hetzij uit eigen beweging, hetzij op aanvraag van deze overheidsorganen en onder de vorm van schriftelijke verslagen, van alle adviezen of voorstellen omtrent de vraagstukken die betrekking hebben op 's lands bedrijfsleven”.
Dit vertaalt zich concreet in de volgende missies:
- een maatschappelijke consensus opbouwen via de representatieve organisaties van de arbeids- en de bedrijfswereld over de werking van de economie en de sociaal-economische vraagstukken alsook over de doelstellingen en de grote beginselen, met als doel het sociaal-economisch beleid te sturen in de richting die de sociale partners wenselijk achten;
- de aandacht van de regeringen en van de beleidsmakers vestigen op de sociaal-economische problemen met de bedoeling ze op de regeringsagenda te zetten, via het initiatiefrecht van de CRB;
- de interactie bevorderen tussen regeringen en beleidsmakers en de samenleving m.b.t. de sociaal-economische beleidsmaatregelen via de adviesvragen over wetsontwerpen;
- bijdragen tot de legitimiteit en tot de onpartijdigheid van de onafhankelijke autoriteiten.
Een aantal regelgevende teksten schrijft voor dat de CRB verplicht geraadpleegd moet worden. U vindt hierbij een overzicht van deze regelgevende teksten.
Samenstelling
De CRB is een paritair raadgevend orgaan, dat 54 effectieve leden en 54 plaatsvervangende leden telt.
Boek XIII bepaalt dat de CRB wordt voorgezeten door een ‘personaliteit’, die niet mag behoren tot de administratie of tot de vertegenwoordigde organisaties. Huidig voorzitter is de heer Benoît Bayenet.
24 effectieve en 24 plaatsvervangende leden worden voorgedragen door de meest representatieve organisaties uit de nijverheid, de diensten, de landbouw, de handel en het ambachtswezen en de niet-commerciële sector.
24 effectieve en 24 plaatsvervangende leden worden voorgedragen door de meest representatieve organisaties van de werknemers.
De samenstelling wordt aangevuld met 6 effectieve en 6 gecoöpteerde leden, ‘befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde’. De gecoöpteerde leden zijn van groot belang als aanspreekpunt en hefboom voor de creatie van een wetenschappelijk netwerk. Indien nodig kunnen ze eveneens de wetenschappelijke coaching van de secretariaatsmedewerkers op zich nemen.
Interne werking
De CRB is samengesteld uit beleidsorganen en technische organen.
Beleidsorganen
Naast de plenaire vergadering, bestaande uit alle leden van de CRB, heeft de CRB eveneens een aantal andere beleidsorganen.
Zo kiest de CRB in zijn midden, en op paritaire basis, vier ondervoorzitters. De ondervoorzitters vormen een collegiaal orgaan dat, samen met de voorzitter en de secretaris en de adjunct-secretaris, de strategische hoofdlijnen bepaalt die de CRB in staat moeten stellen zijn missies te verwezenlijken.
De CRB kiest in zijn midden eveneens een dagelijks bestuur, dat wordt voorgezeten door de voorzitter van de CRB. Het dagelijks bestuur bestaat uit 12 effectieve en 12 plaatsvervangende leden. De ondervoorzitters maken van rechtswege deel uit van het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur beheert de dagelijkse werkzaamheden van de CRB en van het secretariaat.
De beheersorganen van de CRB hebben geen politieke bevoegdheid wat de werkzaamheden van de verschillende brc’s betreft. Het dagelijks bestuur vormt echter wel het administratief beheersorgaan ten opzichte van het secretariaat. Aangezien het secretariaat van de CRB ook het secretariaat op zich neemt van de verschillende brc’s onder de koepelstructuur (tenzij anders bepaald), wordt het dagelijks bestuur wel op de hoogte gesteld van de werkzaamheden van de verschillende brc’s,
De interne werking van de CRB staat meer in detail beschreven in het huishoudelijk reglement van de CRB, alsook in een aantal andere regelgevende teksten.
Technische organen
De werkzaamheden van de CRB (adviezen, verslagen, nota’s…) worden voorbereid in diverse thematische commissies en subcommissies, opgericht door het dagelijks bestuur op voorstel van de secretaris.