Het lijdt geen twijfel dat de coronapandemie permanente schade heeft aangericht aan het Belgisch economisch weefsel. In dit verslag tracht het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven een helder beeld te schetsen over de economische impact van COVID-19 op de Belgische economie en in het bijzonder de distributiesector en sectoren die door hem worden bevoorraad. Voor deze analyse doet het secretariaat beroep op de resultaten van de bedrijfsenquête van de Economic Risk Management Group. Deze wekelijkse enquête wordt door de NBB en het VBO gecoördineerd en gebeurt in samenwerking met de diverse federaties van ondernemingen en zelfstandigen (in het bijzonder BECI, UNIZO, UWE en VOKA). De bedoeling is om na te gaan wat de impact van de coronacrisis is op de economische activiteit in België, alsook op de financiële gezondheid en op de beslissingen van de Belgische ondernemingen.
In vergelijking met de Belgische economie (-31%) is de gemiddelde omzet in de periode van 30 maart t.e.m. 9 juni in de detailhandel in niet-voedingswaren (-60%) en de groothandel (-42%) bovenmatig getroffen. De omzet in de voedingsdetailhandel is gemiddeld minder sterk getroffen, maar kent in vergelijking met het begin van de geobserveerde periode een achteruitgang. In dit verslag leest u meer over de obstakels die een economisch herstel van de distributiesector in de weg staan en de economische impact van COVID-19 op de werkgelegenheid, het faillissementsrisico en de liquiditeitspositie van de sector.