Het secretariaat van de CRB heeft zijn Technisch Verslag over de maximaal beschikbare marge voor de ontwikkeling van de loonkosten uitgebracht.
Elke twee jaar onderhandelt de Groep van Tien over een interprofessioneel akkoord waarin een maximale marge wordt vastgelegd, die beter bekend staat als de loonnorm.
Als ondersteuning van de interprofessionele loononderhandelingen, bezorgt het secretariaat van de CRB aan de Groep van Tien een Technisch Verslag, dat de berekeningen voor de maximale beschikbare marge omvat. Deze marge wordt berekend op basis van de verwachte loonontwikkelingen in de referentielanden – Duitsland, Frankrijk en Nederland – en de prognoses voor de loonindexatie in België. Ze houdt eveneens rekening met de loonkloof die mogelijk is ontstaan tussen België en de drie referentielanden sinds 1996.
Volgens de berekeningen van het secretariaat van de CRB bedraagt de maximaal beschikbare marge 0,4 % voor de periode 2021-2022.
De marge wordt becijferd volgens de bepalingen van de hernieuwde wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. Meer uitleg bij de methodologie die wordt gebruikt in het Technisch Verslag leest u hier.
Het afsluiten van een Interprofessioneel Akkoord vormt vervolgens het startsein voor de loononderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers in de sectoren en de ondernemingen.