De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven publiceert vandaag drie verslagen voor de interprofessionele loononderhandelingen die binnen de Groep van 10 worden gevoerd. Ze zijn een aanvulling op het Technisch verslag van het secretariaat over de maximaal beschikbare marge voor de loonkostenontwikkeling, dat op 14 januari 2021 werd gepubliceerd.
In het kader van elke onderhandeling van het Interprofessioneel akkoord, dat om de twee jaar door de vertegenwoordigers van de sociale partners binnen de Groep van 10 wordt gesloten, stellen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en zijn secretariaat in totaal vier verslagen op:
- Verslag over de loonkostenhandicap
- Verslag over de loonkloof tussen vrouwen en mannen
- Verslag over de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen
De eerste drie verslagen werden opgesteld in het kader van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, die op 19 maart 2017 werd herzien. Het vierde verslag werd opgesteld ter uitvoering van het Interprofessioneel akkoord 2007-2008 en van het gemeenschappelijke advies van de CRB en de NAR van 20 december 2007. Het eerste verslag wordt gepubliceerd onder de verantwoordelijkheid van het secretariaat van de CRB en de volgende drie zijn goedgekeurd door de CRB.