De verbetering van de energieprestaties van het bestaande gebouwenbestand is de grote uitdaging voor de Belgische bouwsector om te slagen in een succesvolle transitie naar een bijna-energieneutraal gebouwenpark tegen 2050. Daarom staat de energierenovatie van gebouwen centraal in het Europese herstelplan (“Next Generation EU“) en de Europese Green Deal. Op 14 oktober 2020 heeft de Europese Commissie overigens haar “Strategie voor een renovatiegolf” gepubliceerd. Voorts hebben de federale regering en de gewestregeringen hun strijdplan ontwikkeld om de renovatie van gebouwen te stimuleren door de uitwerking van het geïntegreerd Nationaal Energie-Klimaatplan (NEKP) 2021-2030 en van de regionale renovatiestrategieën op lange termijn. In deze context zal de energierenovatie van gebouwen een belangrijk onderdeel vormen van het nationale Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV) van België, dat voor eind april 2021 aan de Europese Commissie moet worden meegedeeld.
De diversiteit van de problematiek inzake de energierenovatie van het Belgische gebouwenbestand vormt zowel een uitdaging als een kans om vele voordelen die ermee gepaard gaan aan te grijpen. De renovatie van het gebouwenbestand kan namelijk tal van kansen bieden en aanzienlijke sociale, economische en milieuvoordelen opleveren. Ondanks de strengere energieprestatie-eisen voor gebouwen en het beleid ter stimulering van renovatie van de afgelopen jaren is er echter nog een aanzienlijk onbenut potentieel voor energiebesparingen in de bouwsector en ligt de renovatiegraad van het Belgische gebouwenbestand nog veel te laag om de door België en de Europese Unie vastgestelde klimaatdoelstellingen te kunnen halen. Dit is te wijten aan het feit dat renovatie nog steeds op veel obstakels stuit op verschillende punten in het renovatieproces, vanaf de initiële beslissing om te renoveren, via tussenfasen zoals financiering, tot de voltooiing van het project.
De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) identificeert in zijn verslag de belangrijkste belemmeringen die een grondige renovatie van het gebouwenbestand in België in de weg staan.
In het eerste deel van het verslag worden de algemene belemmeringen voor de energierenovatie van gebouwen geanalyseerd, waarmee alle eigenaars van gebouwen worden geconfronteerd. In de delen 2 en 3 worden de specifieke belemmeringen voor renovatie onderzocht waarmee huurwoningen en mede-eigendommen te maken hebben.
De leden van de CRB zullen op deze diagnose kunnen steunen om hun toekomstige aanbevelingen te richten op de vanuit economisch, sociaal en milieuoogpunt meest doeltreffende concrete maatregelen om de in de bouwsector vastgestelde energie- en klimaatdoelstellingen te bereiken. Deze aanbevelingen zullen in dialoog met de regionale sociaal-economische raden van het land worden uitgewerkt, met inachtneming van eenieders bevoegdheden. Een eerste vergadering zal binnenkort het startsein vormen voor de werkzaamheden ter zake.
De vaststellingen die in dit verslag worden geformuleerd, steunen op een aantal documentatienota’s die werden opgesteld door het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB). Deze nota’s beschrijven de verschillende instrumenten die op Europees, federaal en regionaal niveau bestaan en/of worden gepland om de energierenovatie en de vernieuwing van het bestand van particuliere gebouwen te stimuleren, alsook de kosten en baten die verbonden zijn aan de renovatie van het Belgische vastgoedbestand en de kenmerken en specifieke eigenschappen ervan.