In 2019 vroegen de leden van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) de fod Financiën om te onderzoeken wat de fiscale gevolgen zijn wanneer een pensioen, een ZIV-uitkering of een werkloosheidsuitkering gecombineerd wordt met een inkomen uit arbeid. Er waren immers situaties bekend waarin de cumulatie van een uitkering en een inkomen uit arbeid bruto weliswaar meer opbracht dan de uitkeringssituatie, maar wel leidde tot een nettodaling van het inkomen. Een dergelijke situatie geeft natuurlijk weinig prikkels om weer een activiteit op de arbeidsmarkt op te nemen. Een ander probleem dat werd vastgesteld was dat een verhoging van de bruto-uitkeringen in bepaalde gevallen (zo goed als) niet vertaald werd in een nettoverhoging of zelfs gepaard ging met een nettodaling van de uitkering.
De resultaten van de analyse werden recent gepubliceerd op de website van de CRB in de nota ‘Fiscale gevolgen van cumulatie uitkering met inkomen uit arbeid’. De nota toont aan dat de hervorming van de belastingvermindering voor pensioenen en ziekte- en invaliditeitsuitkeringen die in 2019 in het kader van de Jobsdeal plaatsvond, de bovenbeschreven fiscale vallen heeft weggewerkt voor de pensioenen en de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. De Jobsdeal liet de fiscale behandeling van de werkloosheidsuitkeringen echter ongemoeid. In dit artikel beschrijven we de fiscale gevolgen wanneer een werkloze (gedurende een deel van een kalenderjaar) actief wordt op de arbeidsmarkt.
De publicatie van dit artikel sluit aan bij de studie- en documentatieopdracht van het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Het secretariaat is als enige verantwoordelijk voor de inhoud.