In een recent interview in La Libre heeft de heer Thomas Dermine, staatssecretaris voor Relance, aangekondigd dat de bouwsector ongeveer 60% zal ontvangen van de Europese fondsen die aan België worden toegekend in het kader van het Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV), nl. 3,6 miljard euro. Hij heeft ook onderstreept dat het van cruciaal belang zal zijn twee belangrijke zaken aan te pakken om ervoor te zorgen dat de bouwinvesteringen die in het kader van het PHV worden gepland een groot uitstralingseffect creëren voor de Belgische economie en de lokale werkgelegenheid: de procedures inzake overheidsopdrachten en het anticiperen op de aanwervingsnoden (terwijl de sector alsmaar minder jongeren aantrekt).
Beide uitdagingen maken deel uit van de bekommernissen van de sociale partners van de bouwsector, die zijn vertegenwoordigd in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB).
Enerzijds hebben de sociale partners van het bouwbedrijf op 18 maart 2021 een brief gestuurd naar de staatssecretaris voor Relance en zijn kabinet, waarin ze pleiten voor overheidsopdrachten die de lokale activiteit en werkgelegenheid zo goed mogelijk uit een duurzaam oogpunt ondersteunen om er zeker van te zijn dat de investeringen van het PHV een uitstralingseffect creëren voor de Belgische economie en de lokale werkgelegenheid, maar ook bijdragen tot de verwezenlijking van de ambitieuze klimaatdoelstellingen. De brief handelt zowel over het gebruik van passende toewijzingscriteria in de opzet van de aanbestedingen en in de procedures voor de gunning van de overheidsopdrachten, welke het effect op de Belgische economie kunnen vergroten, als over het belang van de uitvoering van die opdrachten en van de controle daarop.
Anderzijds hadden de sociale partners van de bouwsector in hun advies over het regeerakkoord 2020-2024 onderstreept dat het belangrijk is dat de investeringen van het PHV gepaard gaan met een ambitieus beleid om de moeilijkheden inzake aanwerving van gekwalificeerde werknemers te ondervangen om ervoor te zorgen dat bedrijven de nodige capaciteiten (met de vereiste kwalificaties) kunnen inschakelen om in te spelen op de groeiende vraag die de sector de komende jaren verwacht. Ze werken overigens momenteel aan een visie om aan de opleidings- en werkgelegenheidsnoden van de bouwsector in de komende jaren te voldoen, met de bedoeling de 2 grote uitdagingen van de sector aan te gaan: (1) garanderen dat voldoende jongeren, werkzoekenden en inactieven de weg naar de bouwsector vinden en (2) de vraag van de bouwbedrijven en het aanbod van potentiële arbeidskrachten (op het vlak van zowel kwantiteit als kwalificatieniveau) op elkaar afstemmen.