De bijzondere raadgevende commissie (brc) Verbruik keurde op 21 mei 2021 via een elektronische procedure een advies goed met als titel “Omzetting van de Europese richtlijnen inzake consumentenkoop”.
Het advies heeft betrekking op het voorontwerp van wet dat de EU-richtlijnen 2019/770 en 2019/771 in de Belgische rechtsorde wil omzetten. De brc Verbruik bracht reeds op 3 september 2019 een advies uit over de omzetting van deze richtlijnen, en verwijst in het nieuwe advies dan ook naar de standpunten die in dit vorige advies werden ingenomen, onder meer wat betreft de duur van de wettelijke garantietermijn, de duur van de wettelijke garantietermijn voor tweedehandsgoederen en de omkering van de bewijslast.
Naast een aantal, eerder technische, opmerkingen over het voorontwerp van wet, maakt de brc Verbruik van de gelegenheid gebruik eveneens een aantal gemeenschappelijke aandachtspunten naar voren te brengen. Zo herhaalt de brc Verbruik haar pleidooi om, in het kader van het streven naar meer duurzaamheid en naar een circulaire economie, in het regime van de verborgen gebreken eveneens aangepaste rechtsmiddelen te voorzien, zoals herstel of vervanging.
Wat betreft het recht op verhaal van de eindverkoper, merkt de brc Verbruik op dat dit in de praktijk vaak moeilijk toe te passen is. De brc Verbruik vraagt dan ook dat deze problematiek ten gronde zou worden onderzocht, met als doelstelling om, conform het regeerakkoord, concrete maatregelen te nemen om de positie van de eindverkoper te versterken indien komt vast te staan dat hij niet aan de basis ligt van het conformiteitsgebrek.