In het kader van de Week van de Mobiliteit 2021 zijn federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet en de ondervoorzitters van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) bijeengekomen om een stand van zaken op te maken van de realisaties en de uitdagingen op het vlak van de mobiliteit.
Het beleidsoptreden van de minister staat in het teken van drie doelstellingen, nl. in deze volgorde: vermijden (van sommige overbodige verplaatsingen), veranderen (naar een actieve of gedeelde vervoerswijze) en (de motorvoertuigen) milieuvriendelijker maken.
VERMIJDEN
Vanuit het oogpunt van mobiliteit is de toename van het telewerken een positief gevolg van de pandemie, aangezien hierdoor een aantal woon-werkverplaatsingen wordt vermeden. Om aan deze verandering in de arbeidswereld het hoofd te bieden, hebben minister Gilkinet, de CRB en de NAR aan de NMBS gevraagd na te denken over flexibele abonnementsformules. De NMBS zal gevolg geven aan dit verzoek door vanaf januari 2022 flexibele abonnementen te lanceren die beantwoorden aan de mobiliteitsbehoeften van werknemers die zich 2 tot 3 dagen per week naar hun werkplek begeven.
VERANDEREN
Vanuit de overtuiging dat het spoor een belangrijke rol te spelen heeft om van een ‘modal shift’ een succes te maken, heeft de federale regering stevige ambities vastgesteld voor de spoorwegen: van het spoor de ruggengraat van duurzaam reizen in België maken, op termijn een trein om het half uur in alle stations en om de 10 minuten in het hart van de grote agglomeraties garanderen, en het volume van per spoor vervoerde goederen tegen 2030 verdubbelen.
Nu is het belangrijk al deze ambities concreet waar te maken en daartoe in de nodige middelen te voorzien. Deze concretisering kan met name tot stand komen via nieuwe beheerscontracten voor de NMBS en Infrabel, met SMART-doelstellingen die concreet gestalte geven aan de Visie 2040 voor het spoor. Hoever staan we op dit moment? Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een concreet actieplan om het volume van het goederenvervoer per spoor tegen 2030 te verdubbelen. De Visie 2040 voor het spoor is in ontwikkeling en de onderhandelingen over de openbarediensten- en performantiecontracten 2023-2032 van de NMBS en Infrabel zijn volop gaande. Deze onderhandelingen hebben onder meer betrekking op de prestaties van het spoorvervoer, de toegankelijkheid van het spoorvervoer, het spooraanbod en het aantrekkelijker maken van de treinen tijdens de daluren. Een belangrijke uitdaging zal erin bestaan deze visie op de spoorwegmobiliteit ook over de volgende legislaturen heen in stand te houden.
Het bereiken van een modal shift vereist een multimodale en gecoördineerde aanpak tussen de federale overheid en de regio's. De federale minister werkt vanuit een interfederaal perspectief: hij is er met name al in geslaagd de ministers van Mobiliteit tot een akkoord te bewegen over de Brupass XL, een belangrijke stap in de richting van een geïntegreerde tarifering voor het openbaar vervoer.
Het 80/20-systeem, het mobiliteitsbudget en de fietskilometervergoeding kunnen bijdragen tot een modal shift in het woon-werkverkeer. Om een ruimer gebruik van het 80/20-systeem mogelijk te maken en de continuïteit ervan te verzekeren, heeft de Ministerraad op voorstel van de minister van Mobiliteit aanvaard om het 80/20-systeem te financieren met een open enveloppe. Ook moet het potentieel van het mobiliteitsbudget en van de fietsvergoeding ten volle worden benut.
MILIEUVRIENDELIJKER MAKEN
Voor sommige verplaatsingen zal het gebruik van de auto of van de vrachtwagen onvermijdelijk blijven. Daarom is het van belang ervoor te zorgen dat de gebruikte voertuigen zo weinig vervuilend mogelijk zijn. De vergroening van het wagenpark moet worden versneld om de klimaat- en milieudoelstellingen van België te halen.
De minister is vastbesloten om de verschillende lopende projecten tot een goed einde te brengen en heeft de intentie om in dialoog en in overleg met de CRB te blijven werken. De CRB ziet uit naar een verdere vruchtbare en constructieve samenwerking en zal blijven bijdragen aan de ontwikkeling, concrete uitvoering en opvolging van de diverse bovengenoemde projecten.