De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) hebben op 30 november 2021 een advies uitgebracht over een voorontwerp van wet betreffende de bescherming van melders van inbreuken op het Unie- of nationale recht vastgesteld binnen een juridische entiteit in de private sector. Dit voorontwerp van wet zet richtlijn (EU) 2019/1937, de zogenaamde ‘Klokkenluidersrichtlijn’, om in de Belgische rechtsorde voor wat betreft de verplichtingen van de federale overheid in de private sector. Deze richtlijn regelt hoe klokkenluiders inbreuken op het Unierecht kunnen melden en welke bescherming ze vervolgens genieten. Tevens bepaalt de richtlijn aan welke voorwaarden diverse meldsystemen moeten voldoen.
De CRB en de NAR hebben in hun advies eerst en vooral een aantal algemene principes geformuleerd waaraan bij de omzetting van de richtlijn in de Belgische rechtsorde moet worden voldaan, zoals het belang van het sociaal overleg, de nood aan coherentie wat de omzetting betreft t.a.v. de privésector en t.a.v. de publieke sector, de proportionaliteit…
Daarna wordt in het advies het voorontwerp van wet artikelsgewijs tegen het licht gehouden, waarbij achtereenvolgens het toepassingsgebied (persoonlijk en materieel), de definities, de interne en externe meldingskanalen, de openbaarmaking, de sancties, de wijziging aan de Arbeidsovereenkomstenwet, de beschermingsmaatregelen en de inwerkingtreding aan bod komen. Tot slot wordt gevraagd dat de CRB en de NAR betrokken zouden worden bij de voorziene evaluatie van deze wetgeving in het tweede jaar na de inwerkingtreding.