De bijzondere raadgevende commissie (brc) Verbruik heeft op 16 december een advies goedgekeurd over een wetsontwerp dat bijzondere bepalingen wenst in te voeren voor de verkoop van levende dieren aan consumenten. De algemene regels inzake de wettelijke garantie voor goederen zijn immers onvoldoende afgestemd op de specifieke situatie van de verkoop van levende dieren. Consumenten hechten zich sneller aan een dier dan aan een klassiek goed, waardoor een emotionele band ontstaat met het “voorwerp” van de garantie. Daarnaast zijn dieren levende wezens met biologische noden en gevoeligheden, die voor hun welzijn recht hebben op de juiste verzorging, voeding en huisvesting, zowel door de verkoper als door de nieuwe eigenaar.
In haar advies benadrukt de brc Verbruik de noodzaak van een duidelijke en transparante regelgeving ten aanzien van zowel de consument als de verkoper en vraagt ze dat de verschillende regelgevingen (federale garantieregeling en regionale garantiecertificaten) op elkaar worden afgestemd. De brc Verbruik drukt dan ook de wens uit dat een constructief overleg wordt opgestart tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus.
Het wetsontwerp dient volgens de brc Verbruik een billijk evenwicht tot stand te brengen tussen, enerzijds, de traditionele garantieregeling waarbij de verkoper over de mogelijkheid moet beschikken om een remediëring voor te stellen en, anderzijds, de wens van sommige consumenten om op de eigen vertrouwde dierenarts een beroep te kunnen doen. Bij het zoeken naar dit evenwicht dient evenwel steeds het welzijn van het dier te worden vooropgesteld. De brc Verbruik geeft in haar advies enkele elementen aan die van belang zijn in de zoektocht naar dit delicate evenwicht.
Tot slot suggereert de brc Verbruik enkele aanpassingen aan het wetsontwerp of voorstellen tot verduidelijking in de bijhorende memorie van toelichting.