Op 21 juni 2022 hebben de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, de Nationale Arbeidsraad, de bijzondere raadgevende commissie Verbruik en de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling een gezamenlijk advies uitgebracht over een ontwerp van koninklijk besluit met betrekking tot de opleiding van professionele gebruikers van biociden.
Dit ontwerp van koninklijk besluit schetst het kader voor de invoering van een verplichte licentie en opleiding voor het professionele gebruik van bepaalde producttypes biociden of van bepaalde biociden die een verhoogd risico inhouden voor de gezondheid en het milieu. Dit moet ertoe bijdragen dat de gezondheidsrisico’s ten aanzien van zowel mensen als dieren, en de milieurisico’s van het gebruik van biociden verminderen.
De adviesorganen menen dat het ontwerp van koninklijk besluit had moeten zijn voorafgegaan door een uitgebreid traject, waarin met alle stakeholders overleg werd gepleegd om tot een duidelijke regelgeving te komen.
Verder stellen de adviesorganen vast dat het ontwerp van koninklijk besluit ruim is geformuleerd en de minister een grote vrijheid laat, aangezien de specifieke bepalingen in de toekomst bij ministerieel besluit zullen worden vastgelegd. In het kader van de regelgeving inzake de fytolicentie, daarentegen, werden dergelijke specifieke bepalingen in een bijlage bij het desbetreffende koninklijk besluit verankerd. De adviesorganen wensen dat deze werkwijze ook met betrekking tot het voorliggende koninklijk besluit wordt gevolgd.
Naast deze algemene opmerkingen formuleren de adviesorganen enkele specifieke opmerkingen bij het ontwerp van koninklijk besluit, meer bepaald met betrekking tot het toepassingsgebied van de regelgeving, de voorwaarden om een biocidelicentie te krijgen, de opleiding inzake de biocidelicentie en de bepalingen betreffende de controle en de schorsing of intrekking van de biocidelicentie.